Recente geschiedenis
We hebben het jaar 2023 goed ingezet met een aperitiefconcert in Club 77. In een volle zaal konden we ons kunnen presenteren. Onze wedstrijdnummers werden aangevuld met een serie Böhmische werken, wat gekendere nummers uit het lichte gengre en een aantal solistische passages. Na het concert konden deelnemers en publiek aanschuiven aan een buffet met warme beenhesp en frietjes, traiteur Jimmy heeft veel bijval geoogst. De leden zorgden zelf voor een dessertbuffet ... de namiddag kon niet meer stuk. We dromen nu al van een tweede editie ... op 28 januari 2024. We zijn op zoek naar een andere locatie, een beetje groter, wat extra parking, ...
Op 8 mei 2022 namen we deel aan het Nationaal kampioenschap voor Blaaskapellen in CC De Kruisboog in Tienen. We boden ons voor het eerst aan in de (Poel)bergklasse. Met een volledig Böhmisch programma en een goed voorbereid orkest hebben we mooie punten behaald in deze prestigieuze wedstrijd. We behaalden de tweede plaats in de bergklasse met wel 92% van de punten. De tijd dat de Tieltse blaaskapelle alleen maar muziek in de stijl van Das hoempta tarara bracht ligt achter ons. We zijn na coronatijd 24 muzikanten die met plezier samen muziek maken in volwaardige Böhmische stijl.
Ons enige optreden in 2021 was Tutti Tielt, waar we samen met alle korpsen en zangverenigingen de stad Tielt met muziek zullen overspoelen. Dit geslaagde initiatief zal zich in 2022 herhalen.
2020 en 2021 zijn 2 jaar van gemiste kansen geweest. Een virus heeft grondig huis gehouden overal ter wereld en ook het culturele leven werd zwaar getroffen. In 2020 daardoor geen viering van het jubileum van de blaaskapelle. Alle optredens werden vanaf maart 2020 uit de kalenders geschrapt en tussen 2 lockdowns door konden we enkele weken onder strenge protocollen repeteren ... maar voor wat? Om onszelf een perspectief te geven besloten we deel te nemen aan de wedstrijd voor blaaskapellen in maart 2021. Ook deze datum werd uiteindelijk in de agenda geschrapt en uitgesteld naar 2022. We hopen dat beide jaren een korte alinea zullen blijven in deze historiekbladzijde.
Met de komst van de nieuwe dirigent (Mario Spiessens) werd de map met muziek aardig door elkaar gegooid. Een aantal traditionele nummers werden overgebracht naar een nieuwe marsboek en de map werd gevuld met muziek in verschillende stijlen. Het mantra van de dirigent luidt immers "we moeten spelen wat de mensen graag horen". Elke dag schijnt nu de zon in ons hart en we zijn niet bang meer van een medley met nummers van James Last of Bert Kaempfert. In 2018 werkten we toe naar een groot concert in de Europhal te Tielt. Het werd een avond met afwisselend Böhmische blaasmuziek, swingende big band muziek en franse chansons met Jaques Brel (of toch iemand die zijn stemgeluid perfect imiteerde).
De groep mocht in de loop van 2018 en 2019 nieuwe muzikanten in de rangen sluiten. De eerste helft van 2019 werd een concertreis naar Brunico voorbereid. Samen met De Goede Vrienden (Tielt) mochten we er enkele mooie concerten spelen op de 60e Europafeesten in de Tirolerstad in het noorden van Italië. De reis was eveneens een perfecte aanleiding om de vriendschapsbanden wat nauwer aan te sluiten.
Het enthousiasme van de groep straalt er zo van af dat de bestuursploeg in september werd uitgebreid met een nieuwe voorzitter (Kris Six).
Verschillende optredens op heel diverse lokaties kleuren ons verhaal.
De kapel legde zichzelf de druk op om tijdens de Kerstmarkt in Tielt een playlist van 100 nummers voor te leggen in een live jukebox. De mensen die langskwamen staken 2 euro in het potje, kozen een nummer uit de lijst en de blaaskapelle vloog er in. De ambiance zat goed. De weergoden waren ons gunstig gezind en toen het zondagavond begon te regenen konden we 10 uur live muziek afklokken.
Eerdere geschiedenis
In waarschijnlijk iedere muziekvereniging in Vlaanderen bestaat er een "klein muziekske".
Doel hiervan was en is meestal nog op te treden bij kleinere festiviteiten waar het aantreden van het hele korps zich als wat te oudbollig zou voordoen.
Ook bij de harmonie 'De Goede Vrienden' uit Tielt was dat al van in de vroege jaren 1900 het geval.
Het is uit hun klein muziekske dat de harmonie 'Vermaak na Arbeid' is ontstaan, we schrijven anno 1926.
Enkele jaren na de stichting van de harmonie 'Vermaak na Arbeid', vermoedelijk reeds in 1928, werd opnieuw een 'klein muziekske' opgericht. Nu in de schoot van Vermaak na Arbeid.
Zij noemden zichzelf "De Ware Vrienden" maar waren beter gekend als "Quickels muziekske" en stonden vooral in voor het verzorgen van optredens
bij kampioenenvieringen van o.a. schuttersverenigingen en vinkeniersbonden, alsook straat- en wijkfeesten.
Het nog niet bestaan van ploegenwerk en de nog niet als heden uitgebouwde sociale wetgeving lieten vlot toe een halve dag werkverlet te nemen om die later al dan niet in te halen.
De muzikanten van het klein muziekske kregen bovendien een vergoeding voor hun optredens.
Zo was het nooit een probleem om muzikanten te vinden die hun job ruilden voor deelname aan een feestelijke dag. Dat veranderde wel enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog.
Gewoonlijk bestond die formatie uit een tiental muzikanten met een toch enigszins uitgebalanceerde bezetting;
meestal een paar klarinetten, bugel, cornet, trompet, bariton, trombone, bas of bombardon aangevuld met een kleine en grote trom.
Ze hadden hun eigen repertorium van marsen, polka's, walsen, mazurka's, charlestons, scottisch, gavottes en andere dansen die toen aan de orde waren.
Vooral speelden ze bij cafébezoek op het gehoor af de schlagers van toen, afgeluisterd van de fonograaf.
De radio was toen nog niet algemeen ingeburgerd. Die kentering kwam maar vlot op gang vanaf de jaren dertig toen de radio's op netstroom konden spelen.
De muzikanten waren dus de herauten van wat nu langs de feestvierende straten en over manifestaties wordt uitgegalmd.
Het klein muziekske bleef die opdrachten waarmaken tot bij het uitbreken van WO II.
Na de oorlog startten ze opnieuw doch enkelen hadden afgehaakt en de rest voelde zich ook een jaartje ouder geworden. Het was dus niet meer dat.
Aimé Verhelle, één van de resterende leden van het oude klein muziekske nam in 1947 het initiatief om, met vooral opgangmakende jonge muzikanten,
een totaal nieuwe formatie op te starten. Enkel hijzelf als bombardon, Florimont Vercampt als tamboer en Leon Declercq op grote trom bleven van de oude lichting over.
Als aankomend talent werden aangezocht : Julien Verbrugge (klarinet), Marcel Debacker (bugel), Marcel Devolder (trompet), André Bekaert (alto),
Frans De Craemer (trombone), André Devos (tuba) en nog enkelen waarvan we niet weten wie ze waren.
Als vast repertorium benutten ze een uitgave van "l'Aurore Boréale",
een toen zelfs door kleine fanfares en harmonies veel gebruikt album met arrangementen van eenvoudige marsen en dansritmes.
Als aankomend jong muzikant kreeg je op die manier de kans een solopartij te spelen en spoorde het je aan om je te bekwamen.
Na enkele jaren haakte Aimé Verhelle af en nam Marcel De Backer de leiding op zich. De formatie veranderde met regelmatige tussenpozen.
Door vrijages, huwelijken, meningsverschillen en verhuizingen diende regelmatig in opvolging te worden voorzien.
Kwamen er o.a. bij : Roger Geluwie, Edmont Vervaecke, Albert Van Hecke, Omer en Herman Vermeulen, Maurice, Norbert en Arséne Verhelle,
Etienne Van Simaey, Noël Cnockaert en nog vele anderen. Kortom, al wie zich jong voelde en enig talent bezat, is ooit wel eens met het klein muziekske op stap geweest.
Niet alle chefs van de harmonie Vermaak na Arbeid (want het klein muziekske maakte toen nog altijd deel uit van de harmonie) waren het klein muziekske genegen.
Van sommigen kreeg je zelfs tegenwind. Albert D'Haveloose stond er positief tegenover. Dorsan Nolf daarentegen, lid van het vooroorlogse klein muziekske,
verwenste al wie van dat ensemble deel uitmaakte. Ook Van Hecke, die er nochtans deel had van uitgemaakt toen hij z'n verleden moest aanzuiveren, bestempelde ze,
eens hij dirigent van de harmonie was, als "kasseiblazers". Eens beroepsmuzikanten de leiding van het korps op zich namen, was meteen de weerstand tegenover
al wie in het klein muziekske aantrad, weggenomen. Sommigen zouden zelfs aangedrongen hebben om bepaalde jonge talentvolle jongeren op te nemen ten einde ze
aan zelfvertrouwen te laten winnen.
Arsène Couwelier was de volgende die zich als chef zou aandienen. Hij zou zich ontpoppen als de grote bezieler van het klein muziekske.
Hij heeft er bergen werk voor verzet. Naast Arsène waren Luc en Marc Vermeersch, Roger Van Moen, Luc en Willy Moors, André Ailliet, André Lafosse
zowat de bijzondersten uit de jaren zeventig. Noël De Rammelaere, Freddy Verschuere en Maurice Ameye hoorde je aan het slagwerk.
De groep bleef geruime tijd met dezelfde bezetting, toen nog altijd onder de vleugels van Vermaak na Arbeid.
Ze luisterden af en toe, dan meer in een verkapte orkestvorm, festiviteiten op met dansmogelijkheid die in een feest- of gelagzaal werden gevierd.
Arsène Couwelier |
Luc Vermeersch |
Rik Couwelier |
Luc Vermeersch | Lieven Casteleyn | Jerry Verfaillie | Patrick Borms | Manu De Boever |